1 DECEMBER 1978 1977 (avond) de nota van 1973 onder meer van uitgegaan dat Bre da voor zijn eigen beroepsbevolking aroeidsplaat- sen moet creëren. In de nota over de terreinenbe hoefte is aangegeven dat er per jaar ongeveer 1.000 nieuwe arbeidsplaatsen moeten worden gescha pen. In de commissie is toegezegd dat er eind 1978 een nieuwe nota komt, die naar ik heb begrepen aan de nota van 1973 moet worden getoetst. Van de wet houder heb ik jongstleden dinsdag begrepen dat er in 1979 een nieuwe nota zal verschijnen. Het is allemaal triest, zelfs zó triest, dat dit blijkt ook uit de notitie van BUIk de huidige werkgelegenheid in groot gevaar komt. In de commissie is ons medegedeeld dat 90% van het verkochte terrein de laatste twee jaar is besteed aan verplaatsing van bestaande Bredase bedrijven. Zojuist heb ik het BODEM-overleg genoemd. Door on ze fractie en door de fractie van het C.D.A. is erop aangedrongen overleg met andere gemeenten te gaan plegen: we moeten "leentjebuur" spelen door industrieterreinen te huren, te pachten of eventu eel te kopen. Jongstleden dinsdag is er gesproken over het formeren van nieuwe overlegstructuren, ook be pleit door de C.D.A.-fractie. Mijn fractie blijft pleiten voor het instellen van een raad voor de werkgelegenheid in Breda. Het is merkwaardig dat Breda wèl wil samenwerken via het B.O.C.maar dat men over een instituut als de raad voor de werkge legenheid zelfs niet wil nadenken. Inmiddels heeft de commissie voor economische zaken kennisgenomen van een notitie die is toegezonden aan het B.I.C. en aan de leden van het gemeentelijk contact werk nemer sbelang. Het college heeft in ieder geval een initiatief genomen, hetgeen wij positief waarderen. De heer VAN BANNING: Daar zit ik nu weer met mijn goede gedrag! Straks zit ik misschien als deel van de "achterban" in het B.O.C.maar de heer Dreef heeft mij wat dat betreft niet zo veel moed gegeven. We zullen wel zien hoe we er straks

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1977