1 DECEMBER 1978 1981 (avond) opvatting deelt dat alles in het werk moet worden gesteld om de werkgelegenheid te bevorderen. Dit zou mijn motie tot een overbodige bestempelen. Ik wil het college vragen een onderzoek te doen in stellen naar de leegstand in Breda, niet alleen ontstaan als gevolg van kaalslag, gevolgd door nieuwbouw, maar ook door nieuwbouw met de bestem ming "verhuur" of door het verlaten van panden we gens vestiging elders. Tot slot: ik heb vernomen dat een bedrijf met activiteiten in de elektronicasector naar Etten wordt verplaatst, omdat niet op tijd grond ter be schikking komt. Als dit juist is, is het een teken aan de wand. De heer DREEF: Is dat een Bredaas bedrijf of een nieuw bedrijf? De heer VAN BANNING: Het is een bedrijf dat op het ogenblik in Breda gevestigd is. Kan het college mededelen in hoeveel gevallen dit jaar "nee" moest worden verkocht? Beantwoording namens het college van burgemeester en wethouders van de gemaakte opmerkingen over de portefeuilles IV en V. Wethouder SANDBERG: De heer Martens heeft ge sproken over de plastic zakken. Deze zijn nog niet helemaal een jaar in gebruik: 1 januari was de fictieve datum waarop we begonnen en het proces van omschakeling heeft uiteraard enige tijd ge duurd. Er is met vertegenwoordigers van diverse wijken overlegd; de heer Martens heeft specifiek naar de contacten met de wijkraad Oost gevraagd. Ik weet dat er recentelijk contact is geweest, maar mij is niet bekend in hoeverre dat contact in het kader van een gestructureerd overleg tot stand kwam. Wêl weet ik dat ik en later heeft ook mijn opvolger dat gedaan het bedrijf er een- en andermaal op heb gewezen dat het in alle wijken waar problemen waren, zo veel mogelijk moest pro beren door persoonlijke contacten een overlegsfeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1981