1 DECEMBER 1978 1987
(avond)
geloof overigens niet dat we een eventuele her
ziening hiervan moeten ophangen aan de komende no
titie. De claim zal in ieder geval ter tafel komen
zodra het college bijeen is om over de begroting
over het volgend jaar, alsmede de meerjarenbegro
ting, te praten; bij die gelegenheid zullen alle
claims opnieuw tegen elkaar worden afgewogen. Ik
weet zeker dat deze claim vanuit de functies die
een professionele milieupolitie bepleiten, alsdan
bij het college op tafel zal liggen.
De heer Neeb heeft de aandacht op de mentali
teitsverbetering bij de burger gericht, aan de
hand van een oude nota, die op dit ogenblik niet
in alle opzichten even actueel is en waar we be
paald nog wel het een en ander aan hebben toe te
voegen, onder meer vanuit een andere maatschappe
lijke invalshoek ten opzichte van het gebeuren.
Door de vraagstelling van de heer Neeb zou ten on
rechte de indruk kunnen worden gewekt dat door het
toevoegen van twee professionele mensen aan de
milieupolitie een "afbouw" van het vrijwilligers
werk tot stand zou komen. Het is zeker niet de be
doeling tot een dergelijke "afbouw" te komen. Wij
hebben moeten constateren dat de vrijwilligers van
de milieupolitie het erg moeilijk hebben. Naar
aanleiding van de algemene beschouwingen heb ik
al gezegd dat zij onze steun verdienen en hun ac
tiviteiten moeten kunnen voortzetten. De claim
van professionelisering zal opnieuw ter tafel ko
men, maar dat moet niet tot "afbouw" van het in
stituut van de vrijwilligers leiden.
Met betrekking tot de brandweer moet de heer
Neeb mijns inziens twee dingen uit elkaar houden.
Aan de ene kant komt er een evaluatienota brand
weersterkte; voor mij is nieuw dat die voor eind
1978 is toegezegd, maar als de heer Neeb dat zegt
zal het ongetwijfeld waar zijn. De uitbreiding van
de brandweerkazerne houdt daarmee verbandmaar
houdt in ieder geval géén verband met het zelf
standig voortbestaan van de brandweer als aparte
tak van dienst. De zelfstandigheid van de