1988 1 DECEMBER 1978 avond brandweer is een apart vraagstuk, betrekking heb bend op het organiseren van zo'n tak van dienst. Bij het integreren van het brandweerkorps in het vervoerbedrijf zijn aanwijsbare voordelen te be halen. Ik vind het uitstekend dit onderwerp nog eens in de commissie te bediscussiëren, maar ik geloof niet dat we vanuit de evaluatienota brand weersterkte tot een "insteek" op de gewenste or ganisatievorm zouden kunnen komen. Ik denk dat die organisatievorm een heel apart vraagstuk vormt, met andere condities en met andere invalshoeken, die op hun eigen criteria moeten worden gewogen. De heer Van den Wijngaard heeft een aantal indringende vragen gesteld, allereerst over Case- ma. De kwestie-Casema stemt een beetje triest. Ik erken dat de heer Van den Wijngaard volledig ge lijk heeft: Casema komt in ieder geval de ver plichting tot het tijdig indienen van jaarversla gen niet na, terwijl men daarnaast zich niet houdt aan de afspraak dat we regulier contact met elkaar zouden hebben. Dat laatste is dan wel niet voorge schreven, maar er is een duidelijke afspraak over gemaakt Vanwege het college is de directie diverse malen aangeschreven met de vraag hoe het met de afspraken staat en waarom er geen contact meer wordt onderhouden. Ik kan mij herinneren dat ik zelf een brief heb getekend waarin nog maar één zin stond: "Leeft Casema nog? Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders." Ook daar op is taal noch teken gekomen. Op 31 oktober is er een brief uitgegaan naar de raad van commissa rissen, waarin erop werd gewezen dat de directie in het contact met de gemeente niet meer functio neert en waarin de raad van commissarissen werd verzocht daar iets aan te doen. Ook daarop is tot op heden nog geen antwoord gekomen. De heer MARTENS: Dan ben ik bang dat Casema inderdaad niet meer leeft! Wethouder SANDBERG: Die gevolgtrekking wil

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1988