1 DECEMBER 1978 1993 (avond) Ook ten aanzien van de herwaarderingsreserve lopen de standpunten van de heer Van den Wijngaard en mij nog enigszins uiteen. De herwaarderingsre serve hoort gewoon bij het door de gemeenteraad van Breda vastgestelde systeem van afschrijving naar vervangingswaarde. Bij de afschrijvingsmetho diek moet in ieder geval van de historische kost prijs worden uitgegaan. Geeft de exploitatie dan nog wat ruimte, dan gaat er geld naar de herwaar deringsreserve. Wanneer de heer Van den Wijngaard nu zegt dat die herwaarderingsreserve door de slachthuisgebruikers is opgebracht,.... De heer VAN DEN WIJNGAARD: Mede! Wethouder SANDBERG: Akkoord, maar de gemeente heeft er natuurlijk ook een bijdrage aan geleverd. Wij hebben geïnvesteerd en met die investering hebben we een soort ondernemersrisico gelopen; bij een positief resultaat ontvangen we dan ook een overigens zeer bescheiden vergoeding, die aan het fonds toevloeit. De conclusie dat het fonds ook voor investeringen zou kunnen worden gebruikt, neem ik niet voetstoots over. Het zou niet in over eenstemming met de doelstelling van het fonds zijn als we er nu ineens uitbreidingsinvesteringen mee zouden gaan financieren. Als we daartoe zouden moeten besluiten, zou er een zeer gedegen discus sie aan vooraf moeten gaan, opdat we heel goed we ten wat we voornemens zijn te gaan doen. Op dit ogenblik moeten op basis van de afschrijvingsme thodiek die we met elkaar hebben gekozen, de volle lasten van investeringen normaal in de exploitatie worden opgenomen. Wanneer de heer Van den Wijngaard ervoor pleit te overwegen of er niet een gaatje te vinden is om met die herwaarderingsreserve ook nog iets anders te doen, moet daarover discussie moge lijk zijn, maar ik zeg niet a priori dat die her waarderingsreserve voor uitbreidingsinvesteringen zou moeten worden gebruikt. De VOORZITTER: Zullen we even stoppen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1993