16 FEBRUARI 1978. 190 de mijne maken: ik ben wellicht in eerste instantie de laatste maar misschien niet de beste spreker ge weest. Wethouder VAN GRAAFEILANDDe heer Van Ban ning signaleert terecht dat in deze raad al uren lang over N.A.C, is gesproken, jaren geleden en in diverse stadia, In de commissie is het ter tafel liggende voorstel eveneens langdurig besproken, waarbij een groot aantal detailvragen aan de orde is geweest. Een aantal van de nu opgesomde details zou ik graag willen passeren. Allereerst iets over het ogenblik waarop wij met deze nota komen. Ik geloof dat ik het beste kan zeggen dat je inzake het betaald voetbal niet kunt blijven wachten totdat iedereen erover uitge sproken is. Er is altijd wel een club bezig iets te onderzoeken die nog een standpunt dient te be palen. Als je je echter als gemeente mede-verant woordelijk voelt voor het innemen van een standpunt op een zodanig moment, dat een bestuur van een ver eniging voor betaald voetbal exact weet waar het aan toe is één van de belangrijkste doelstellin gen van de nota is het verstandig die verant woordelijkheid ook tot uitdrukking te brengen in het voorbereiden van een besluit, door de raad te nemen. Wij hebben dan ook niet willen wachten op wat C.R.M. aan het uitdokteren is of op een even tuele subsidie van de provincie. We weten in ieder geval zeker dat die mogelijkheden buitengewoon ge ring zijn ik kom daar nog op terug en we heb ben zelfstandig een concept-besluit met betrekking tot onze voetbalvereniging N.A.C. aan de raad wil len voorleggen. De heer Martens heeft gevraagd waarom het college niet op de overname is doorgegaan. Op blad zijde 14 en volgende van de nota hebben wij exact uiteengezet waarom we dat niet hebben gedaan. Ik meen dat de belangrijkste reden wordt gevormd door het uitgangspunt dat het niet zo relevant is voor het hele subsidiebeleid ten aanzien van het betaald

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 190