2002 1 DECEMBER 1978
(avond)
voor het beschermd stadsgezicht. Enige vorderingen
ik kom daar straks bij de beantwoording van de
heer Oomen nog op terug hebben we al gemaakt:
we hebben enkele plannen op touw gezet en een
hoofdstructuur voor een beleidsnota monumentenbe
leid ontworpen. Eén van de probleemvelden die in
de nota zullen worden behandeld, is: welke moge
lijkheden zijn er om via allerlei procedures aan
externe geldstromen te komen? In de loop der jaren
zie je allerlei verschuivingen optreden. Het monu
mentenbeleid zit ingekaderd in rehabilitatieplan
nen en de geldstroom komt meer in de richting van
V.R.O. dan van C.R.M., waar de monumentenpot al
jarenlang leeg is terwijl voor een reeks van jaren
bedragen zijn toegezegd, zodat er weinig mogelijk
heden zijn. Vanuit de financiële optiek worden
derhalve hoe langer meer relaties gelegd met het
geen we in de stad in het kader van allerlei
V.R.O.-maatregelen aan het doen zijn.
Een ander onderwerp waarover de heer Gielen
heeft gesproken, was het Brabants Orkest. Inder
daad lopen de bezoekersaantallen in Breda terug,
wat overigens zeker niet alleen aan "Het Turfschip"
te wijten is, maar wat wel verband houdt met de
manier waarop "Het Turfschip" wordt geëxploiteerd:
het is geen gemeentelijke instelling, verkoopt
geen abonnementen etcetera. Naar aanleiding van
het verslag dat de heer Gielen heeft genoemd, heb
ben we het probleem onderkend. Binnenkort komt er
een notitie in het directeurenoverlegteneinde
duidelijkheid te verkrijgen over de vraag wat aan
deze situatie kan worden gedaan. Je kunt je voor
stellen dat er iets wordt gedaan in de voorlich
ting en de dienstverlening vanuit de culturele in
stellingen die we in Breda hebben. Wellicht kan er
iets in de publiciteit worden opgenomen en mis
schien kunnen we met de abonnementenverkoop hulp
bieden. Ook zal overleg nodig zijn met "Het Turf
schip" teneinde na te gaan of bepaalde condities
daar belemmerend ten opzichte van het Brabants Or
kest werken.