2008 1 DECEMBER 1978 avond advies aan mevrouw Paulussen en mij zullen uit brengen, hetgeen tot een voorstel omtrent de in vulling zal leiden. Al met al moet er geen enkele onduidelijkheid op dit punt blijven bestaan: de invulling van het Pasbaancentrum is geen zelfstan dige verantwoordelijkheid van alleen het bestuur van de Beyerd. De heer Kammeraat heeft opnieuw bijdragen uit de buitengemeenten ten tonele gevoerd. Ik heb op dit ogenblik geen zicht op het percentage deelne mers uit de randgemeenten aan het cultuurgebeuren. Ik denk dat er wat dat betreft een wisselend beeld is, want het percentage zal bij de schouwburg ge heel anders liggen dan bij de muziekschool "De Beeldenaar", de Beyerd of welke voorziening dan ook. Ik weet wèl dat de ontvangsten van Breda uit de buitengemeenten gering zijn. Ik begin mij zelfs af te vragen of de lijn die ik gisteren heb ge schilderd, wel moet worden voortgezet. Mij berei ken namelijk signalen dat er om de geringe bijdra gen van de buitengemeenten binnen te halen een zó grote hoeveelheid administratieve arbeid moet wor den verricht, dat we er wellicht meer kosten aan ten grondslag leggen dan het oplevert. Als dat zo is, wordt het naar mijn mening hoog tijd dat we ons gaan herbezinnen op wat ons te doen staat. Volgens de heer Kammeraat zou ik opnieuw in overleg moeten treden. Ik vind dat we daarbij geen koehandel moeten bedrijven door de buitengemeenten aan te bieden een lid voor de commissie ex artikel 61 te leveren. Wanneer echter buitengemeenten bij voorbeeld in de Beyerd zouden participeren we willen de Beyerd immers een regionale functie ge ven zou de mogelijkheid moeten bestaan dat juist de gemeentebesturen die bereid zijn daarvoor iets op tafel te leggen, een plaats in de be stuurscommissie krijgen. Dat is ook min of meer de optiek die we in het verleden hebben gehad. Als het ooit zover komt dat een bestuurscommissie voor de muziekschool wordt voorgesteld zoals men weet zijn we voorlopig nog in afwachting van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2008