2010 1 DECEMBER 1978 (avond) bestuurscommissie en ondergetekende het beste naar de staatssecretaris kunnen gaan, sta ik ogenblik kelijk klaar om met de commissie bij de staatsse cretaris verbeteringen te bepleiten. Ook ik heb al aangekondigd dat men, als de huidige situatie voortduurt, tot een beperking van de openingsuren zou moeten komen. Ik zou het een ongelofelijke blunder vinden als men, nadat eerst een mooie voorziening is geopend, onder vermelding van alle openingsuren, vervolgens die openingsuren zou moe ten gaan terugschroeven. Wellicht zal een toekom stige voorziening in de Ypelaar, die naar wij al len hopen tijdig gereed zal komen, enige ontlas ting aan de centrale bibliotheek geven. Aan de andere kant wil ik bepaald niet het beeld oproe pen dat het, als de vestiging in de Ypelaar maar is gerealiseerd, met de centrale wel snor zit, want zo ligt het bepaald ook niet. Ik kom nu aan het onderdeel economische zaken. De heer GIELEN: Er is nog één vraag van mij blijven liggen. Ik heb gesproken over de nota ter zake van de huisvesting van culturele instellin gen. In dat verband ben ik ingegaan op de priori teiten, de financiële consequenties en de instel lingen die buiten het gemeentelijk apparaat val len: "De Beeldenaar", het stedelijk museum en de stedelijke muziekschool. Wethouder SANDBERG: Met excuses aan het adres van de heer Gielen: ik geloof dat hij voor een aantal deelgebieden al heeft aangegeven waaruit de accommodatienota zou moeten bestaan. De accom modatienota wordt juist samengesteld om in de sec tor cultuur het college en de raad inzicht te ge ven in de ligging van de "pijnpunten". We kunnen niet zeggen dat we, als de schouwburgproblematiek maar is opgelost en daar zijn we nog niet eens aan toe uit de problemen zijn, want de situa tie is dat er ten aanzien van bijna alle culturele accommodaties min of meer dringende "pijn" be staat. Juist door die "pijn" integraal te tonen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2010