16 FEBRUARI 1978.
194
onverhoopt eerste-divisievoetbal zou moeten gaan
spelen, dit financieel gezien alleen maar nadeli
ger is. De bezoekersaantallen zullen dan namelijk
teruglopen, terwijl de verplichtingen over het al
gemeen vastliggen, zodat men het kostenpakket niet
flexibel naar beneden kan laten gaan.
Over het bedrag van 100.000,aan subsidie
van het bedrijfsleven is zowel door de heer Martens
als door de heer Koertshuis gesproken. In de nota
nopens sport hebben wij een betoog met betrekking
tot subsidiëring van het betaald voetbal opgenomen,
alsmede een betoog over subsidiëring in het alge
meen. In dat verband hebben wij aangevoerd dat kop
pelsubsidies in beginsel moeten worden afgewezen.
Wij subsidiëren op basis van onze eigen criteria,
ook in het geval van N.A.C. Als N.A.C. op enig mo
ment de 100.000,van het bedrijfsleven zou
kwijtraken, moet het de exploitatiebegroting met
100.000,verminderen. De voorwaarde, opgeno
men in punt 2.1 van bijlage 6, houdt namelijk in
dat een sluitende begroting moet worden ingediend,
hetgeen wil zeggen dat ontvangsten en uitgaven met
elkaar in evenwicht dienen te zijn.
Het is bepaald niet de bedoeling dat de audi
tor zich direct in het beleid van de voetbalvereni
ging zelf mengt. Ik zeg dit aan het adres van de
heren Koertshuis en Van Dongen. De taak van de au
ditor staat expliciet vermeld in punt 11 van de
voorwaarden. De betrokkene dient erop toe te zien
dat het N.A.C-bestuur met het oog op de financiële
belangen van de gemeente en de belangen van de pas
sieve recreatie een aanvaardbaar beleid voert, dat
van de gemeente verkregen gelden gebruikt worden
voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt en dat de
controle op het beheer voldoende is geregeld. Hier
gaat het niet om bevoogding, maar om pogingen om
met betrekking tot onze eigen zaken zo goed moge
lijk erbij te blijven. Kortom, er is een duidelij
ke taakomschrijving voor de auditor reeds vanaf
september 1974 en wij menen dat die niet hoeft
te worden uitgebreid. Ook de informatie in de