2040 1 DECEMBER 1978
(avond)
vragen ingaan. De heer Brooimans heeft een vraag
gesteld over de landelijke nota's op het gebied
van deeltijdarbeid en emancipatie, waaraan mensen
van de afdeling personeel hebben meegewerkt. Ik
maak naar aanleiding daarvan twee opmerkingen. De
eerste is dat deeltijdarbeid en emancipatie veel
te vaak met elkaar worden verbonden; men kan die
verbinding alleen maken wanneer men op emancipatie
van mannen èn vrouwen doelt, want deeltijdarbeid
kan alleen een succes zijn als man en vrouw beiden
erbij worden betrokken. In de tweede plaats: de
rapporten van de werkgroep E.D.O.waaraan de heer
Adriaansen, chef van de afdeling personeel, heeft
meegewerkt, hebben een nogal technisch karakter en
zijn vrij ingewikkeld. Het lijkt mij goed de noti
tie deeltijdarbeid, die in het college is behan
deld en die nu het apparaat in gaat, in de commis
sie aan de orde te stellen en in combinatie daar
mee ook over de rapporten te spreken. De rapporten
zijn zeer uitvoerig en ik zou ze dan ook op dit
ogenblik niet snel op de agenda durven te zetten.
Ik denk dat we in fasen te werk moeten gaan. Des
gewenst kunnen we daarover in de commissie afspra
ken maken. Over de projectgroep, waarop de heer
Brooimans zojuist niet kon ingaan, heb ik naar
aanleiding van de algemene beschouwingen overigens
al het een en ander gezegd.
Naar de mening van de heer Dreef zou Breda
als werkgever een soort voorbeeldfunctie moeten
hebben. Ik kan hierover kort zijn, onder meer om
dat er tijdens de onderhandelingen over de colle
gevorming uitvoeriger over is gesproken. Er is ge
zegd dat Breda met het landelijke beeld in de pas
moet lopen, maar ik vind dat we dat wel erg goed
moeten doen. De gemeente Breda is de grootste
werkgever in de stad en dat brengt verplichtingen
jegens het eigen personeel met zich mee.
De heer Dreef heeft gesproken over de vergoe
dingen voor auto- en telefoonkosten. De telefoon
vergoedingen staan landelijk zeer in de belang
stelling en zullen we hebben dat in de commissie