1 DECEMBER 1978 2043
avond
informeren. Dat is iets - men weet dat uit de com
missievergadering dat eigenlijk vrijwel automa
tisch gebeurt. Ik ben het met de heer Dreef eens
dat tot de vorming ook activiteiten in de richting
van het gebruik maken van medezeggenschapsmogelijk-
heden behoren, hoewel op dit gebied ook de vakbe
weging een heel duidelijke eigen verantwoordelijk
heid heeft. Hetzelfde geldt eigenlijk voor vorming
in de richting van optreden naar buiten, deelname
aan inspraakprocedures etcetera.
De kwestie van A.P.O.'s is, zoals ik in ant
woord op de algemene beschouwingen van de heer
Crul al heb gezegd, in dit college nog niet aan
de orde geweest. Aangezien andere gemeenten ini
tiatieven in die richting gaan nemen, zullen we
snel een antwoord moeten zoeken. Op het ogenblik
heb ik geen termijn in mijn hoofd. De afdeling
personeel is geheel bezet met het uitwerken van
beleidsaspecten en de A.P.O.'s vragen natuurlijk
ook weer de nodige studie. Ik vraag dan ook cle
mentie voor het tempo waarin een en ander geschiedt.
Vervolgens iets over reorganisaties in het
gemeentelijk apparaat en de rol die daarbij door
de personeelsfunctionaris en de wethouder van per
soneelszaken zou moeten worden gespeeld. In reor
ganisaties waarbij personeelskwesties in het ge
ding zijn, moeten naar mijn mening de centrale af
deling personeel en de wethouder worden gekend.
De medewerkers van die afdeling en de wethouder
moeten meepraten en moeten proberen er, naast
uiteraard de vakbewegingvoor te zorgen dat de
reorganisaties niet of zo weinig mogelijk ten kos
te van personeelsmogelijkheden gaan.
Ik geloof niet dat de vakorganisaties de ge
meentebegroting krijgen, maar de begroting is een
openbaar stuk, zodat zij ervan kunnen kennisnemen.
Wanneer wordt gevraagd of met de vakorganisaties
wordt overlegd over de personeelsconsequenties van
de gemeentebegroting, meen ik te moeten antwoorden
dat dat op dit ogenblik niet systematisch het ge
val is. Ik heb in ieder geval in de afgelopen