1 DECEMBER 1978 2063 avond op betaald werk en als ze werk krijgen worden ze gediscrimineerd bij bezetten van de hogere banen. Het gevolg: minder verantwoordelijk en minder leuk werk blijft liggen voor vrouwen, die dan ook veel gemakkelijker te vervangen zijn. Promotiekansen zijn er voor vrouwen meestal ternauwernood. Daar komt nog bij dat volgens Bestek '81 de vrouw ver der moet worden teruggedrongen; men wil haar terug wijzen naar het onbetaalde vrijwilligerswerk. De samenleving is het daar in het algemeen gesproken wel mee eens: de plaats van de vrouw in de huis houding zou typisch voor haar geëigend zijn. Bo vendien vindt men het onjuist dat vrouwen de plaats van kostwinners innemen. Vrouwen krijgen dan ook veel sneller ontslag. Voor werkende of studerende vrouwen die moeder zijn, zijn goede voorzieningen op het gebied van crèches of andere vormen van kinderopvang gewoon onontbeerlijk. Enkele mogelijkheden om binnen het gemeente lijk apparaat aan de behoeften van vrouwen tege moet te komen zijn: deeltijdbanen en werktijdver korting voor zowel mannen als vrouwen. Zojuist is daar reeds het een en ander over gezegd. Over deel tijdbanen is de Partij van de Arbeid niet zo erg enthousiast. Er kleven erg veel bezwaren en zelfs gevaren aan, onder meer op het gebied van de pen sioenen en de sociale voorzieningen. Het komt ons dan ook voor dat het zinnig is te zijner tijd een onderzoek in stellen naar de mogelijkheden van werktijdverkorting voor zowel vrouwen als mannen. Een stap in de goede richting die door vele moeders zou worden toegejuicht, kan worden gezet door in voering door de eveneens reeds genoemd continuroos- ters voor de scholen. De hier aangeduide mogelijk heden zouden zowel mannen als vrouwen een kans bieden een keuze voor de verzorging van de kinderen te maken. Samenvattend zou ik willen constateren dat er ten aanzien van de positie van de vrouw binnen en buiten het gemeentelijk apparaat nog vele wensen bestaan. Ik ben van mening dat deze raad over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2063