1 DECEMBER 1978 2073 avond De heer GARRITSEN: Volgens mijn informatie gaat het om een soort "tweede generatie". De na tuurlijke groei is nooit opgevangen. De mensen staan in Breda ingeschreven en zijn hier woonach tig; waar ze in het verleden vandaan zijn gekomen, is niet zo urgent. Toen het kamp werd ingericht, was er net voldoende ruimte, maar de bevolking is gegroeid en daarmee is nooit rekening gehouden. Als je over "Breda-groeistad" praat, moet je soli dair zijn door niet alleen te groeien voor mensen uit de randstad maar ook de eigen bewoners een plaats te geven. In dat verband denk ik dat één kamp van 30 wagens volstrekt onvoldoende is en dat er nog een tweede kamp van 30 wagens bij zal moeten komen. Overigens wordt hier weer over de hoofden van de mensen heen een beleid gevoerd. Je zou moe ten onderzoeken of de mensen zelf een kamp van 60 wagens dan wel twee kampen van 30 wagens willen; die discussie zou je met de mensen moeten aangaan. Ik begrijp dat het realiseren van grote kampen bij de landelijke overheid moeilijk ligt en dat men er vermoedelijk geen oren naar zal hebben. Toen ech ter in het verleden de woonwagenbewoners geen gro te kampen wensten, werden ze wèl naar die grote kampen "gedreven", waardoor zich na verloop van tijd problemen gingen voordoen en men naar decen tralisatie ging streven, een decentralisatie die nu ook wordt opgelegd in situaties waarin dat niet gewenst is, bijvoorbeeld in Breda. Ik zie wel in dat een deel van de huidige 160 wagens zal moeten verdwijnen, zeker met het oog op de noodzakelijke renovatie. In het kamp is veel gevaar voor branden en de leefsituatie is er erg slecht. Als er nu 30 wagens worden verplaatst, staan er nog 130 en ik vraag mij af hoe je, zolang in de omgeving nog geen andere kampen van de grond zijn gekomen, het kamp kunt opknappen. Ik denk dat je op dat punt klem loopt. Mijns inziens moet er duidelijkheid komen over de realisatie van kampen in de regio en over de manier waarop je de mensen daarnaartoe moet krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2073