2074 1 DECEMBER 1978 (avond) Tot zover over het beleid ten aanzien van "Driekoningenoord" Mevrouw STUTTERHEIM-EDELINGIk ben erg bang dat het verhaal over dat grote kamp erop neer zal komen dat we de woonwagenbewoners weer in een soort getto gaan plaatsen, terwijl we die tijd mijns inziens na de periode van minister Klompé wel achter ons hebben. We zijn nu toch tot de overtuiging gekomen dat het ook in het belang van de woonwagenbewoners zou zijn als zij in de seden taire bevolking werden geïntegreerd en uit hun isolement kwamen. Mijn grote vrees is dat zo'n groot kamp weer als een soort getto gaat functio neren en ik vind dat we voorzichtig moeten zijn met het bevestigen van mensen in een rol die ze door de omstandigheden min of meer opgedrongen hebben gekregen. De heer GARRITSEN: Ik zeg niet dat er een groot of een klein kamp moet zijn; ik wil die be slissing overlaten aan de woonwagenbewoners zelf. Als zij voor een kamp van 30 of 15 wagens kiezen, moet je daarvan uitgaan en mogelijkheden tot ver wezenlijking zoeken. Ik heb nog vergeten te vragen of de wethouder mededelingen kan doen over de gekozen lokaties en over de termijn waarop het tweede kamp tot stand kan komen Over de sociaal rechercheur heeft de heer Hendriksen al het een en ander opgemerkt. Zoals men weet staan wij zeer sceptisch en negatief te genover zo'n functionaris. Wij zouden de sociaal rechercheur eigenlijk geheel willen afwijzen, maar aangezien een daarop gerichte motie in de raad niet haalbaar is, zullen we de raad maar niet om een uitspraak vragen. Ik blijf de functie van een sociaal rechercheur merkwaardig vinden: hij gaat, denk ik, op mensen jagen die eigenlijk precies doen wat van een kapitalist of van iemand die in een kapitalistische maatschappij leeft, wordt ver wacht. In het huidige systeem is toch een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2074