1 DECEMBER 1978 2077 avond het niet overbodig om een en ander in een bepaalde context bij elkaar te zetten, maar straks na de schorsing mag ik het oordeel van het college ge ven. De heer KOERTSHUIS: Het lijkt onderhand wel een motie van mevrouw PaulussenJ Wethouder PAULUSSEN: Het S.K.E.P. is geen zaak van mij De heer KOERTSHUIS: Nee, maar er is weliswaar indertijd bij de totstandkoming van het programak koord over "aandacht" of "bijzondere aandacht" ge sproken; we hebben echter flink gestoeid over het woordje "voorrang" en dat is er inmiddels wèl tus- sengefrommeld! Wethouder PAULUSSENDaar kunnen we straks over praten. Ik denk dat dat zeker zal moeten ge beuren Uitvoerig is gesproken over de problematiek van het woonwagenbeleid. Ik zal proberen in één keer in te gaan op wat de diverse sprekers over dat onderwerp hebben gezegd. Als er één zaak is waarmee ik de afgelopen drie maanden heel veel be zig ben geweest, is het wel de problematiek van het woonwagencentrum "Driekoningenoord" en van de woonwagenbewoners die een plaats in de stad op het Chasséterrein willen proberen te veroveren. Wat is er gebeurd? We weten allen dat "Driekoningenoord" op dit ogenblik als groot centrum volkomen onleef baar is. In verband met de brandgevaarlijke situ atie en de hygiënische toestanden moeten we consta teren dat het centrum niet aan de minimale voor waarden van leefbaarheid voldoet. Het woonwagen schap heeft zich dat terdege gerealiseerd; het heeft de brandweer verzocht een rapport samen te stellen en ook de gezondheidsdienst gevraagd te rapporteren wat er aan de hand isDe twee rappor ten liegen er niet om. Het ene rapport is al in het dagelijks bestuur aan de orde geweest, het is besproken met de woonwagenbewoners en daarna

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2077