16 FEBRUARI 1978. 198 anderen die geen lid van de supportersvereniging zijn maar zich ook om de veertien dagen mateloos staan te amuseren of te ergeren, zich eveneens bij het voetballen betrokken moeten weten. Het is on mogelijk alles even bij elkaar te gooien in één Brabantse club die je zo nu en dan ergens laat op treden. Ik geloof dat dat voor het betaald voetbal de dood in de pot zou zijn. Op de vraag of de oude garanties intact blij ven kan ik antwoorden dat volgens mijn informatie de garanties aflopen met het aflopen van de subsi dieverlening zoals die nu tot en met 1.1.1979 loopt. Hiermee kan ik mijn beantwoording in eerste termijn beëindigen. Met betrekking tot het amende ment zou ik graag gebruik maken van de pauze om met het college overleg te plegen. De VOORZITTER: Dan zullen we nu ongeveer twin tig minuten pauzeren. Ik schors de vergadering. PAUZE De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De heer Van Graafeiland zal zijn beantwoording in eerste termijn voortzetten met enkele opmerkingen over het amendement van de heer Martens. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Voordat ik daaraan begin wil ik eerst iets rechtzetten dat ik vóór de pauze fout heb gezegd. Het gaat daarbij over een vraag van de heer Van Banning over de garanties. Ik kan mededelen dat de garantie met betrekking tot de lening van 100.000,zoals die nu be staat, nog vijf jaar doorloopt, zij het met een telkens lager bedrag aangezien men de lening aan het aflossen is. De garantie is gegeven voor tien jaar en loopt dus na 1979 nog vijf jaar door. Dit is, voor zover ik een en ander kan overzien, de enige garantie die nog loopt. Over het amendement wil ik het volgende zeg gen. De heer Koertshuis is ingegaan op het bevoog-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 198