2080 1 DECEMBER 1978 avond woonwagencentrum hebben maar die dat centrum van wege nog aan te brengen bestemmingsplanwijzigin gen nog niet kunnen inrichten. De minister wil het mogelijk maken dat op zo'n plaats tijdelijk woon wagens staan. Woonwagenbewoners hebben dus zelf de kans het college te vragen hun een standplaats buiten het bestaande centrum te geven; anderzijds zouden gemeenten van de minister ook de mogelijk heid krijgen om dit instrument te hanteren. In eerste instantie het college zelf, maar ook de raad zal het ermee eens moeten zijn dat het colle ge van deze mogelijkheid gebruik maakt. Het be treft hier een bevoegdheid van burgemeester en wethouders; ik denk echter dat er in dezen een goede samenspraak tussen raad en college zal moe ten zijn. Ambtelijk wordt aandacht besteed aan de juridische aspecten van een mogelijkheid waarover wij beschikken op grond van een artikel van de Wet op de ruimtelijke ordening, waarvan het nummer mij is ontschoten. Wie helpt even? Wethouder VAN DUN: 19 Wethouder PAULUSSEN: Dat artikel ken ik wel! De heer DE BROUWER: Artikel 17 is het! Wethouder PAULUSSEN: Inderdaad. Volgens dat artikel het is ook wel voor scholenbouw toege^ past kun je voor vijf jaar ergens een tijdelijk bouwsel neerzetten. In ieder geval zal moeten wor den vastgesteld wat de mogelijkheden en onmoge lijkheden van artikel 10 van de Woonwagenwet zijn, in relatie tot enkele bepalingen in de Wet op de ruimtelijke ordening. Daarover zal ik in het col lege met de heer Van Dun moeten "stoeien". Men voelt wel dat het hier om een bijzonder ernstige zaak gaat. We zijn er langs alle kanten mee bezig. De heer GARRITSENOmdat we maar in één ter mijn mogen spreken, wil ik een aanvullende vraag stellen. Ik zou graag iets meer duidelijkheid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2080