1 DECEMBER 1978 2093
(avond)
heb ik tot twee keer toe in deze raad gezegd dat
het onderzoeksprogramma vóór het eind van het jaar
dus nog deze maand, op tafel zal liggen. Ieder wel
denkend raadslid zal weten dat het integraal on
derzoek naar de woningbehoeften in Breda anderhalf
jaar kost. Dit betekent dat ik de harde cijfers
die de staatssecretaris verwacht anders dan de
drie bovengenoemde componenten uiteraard niet
vóór 14 december, maar ook zeker niet vóór het
eind van het jaar op tafel kan brengen. Dat kost
in het kader van de aangekondigde nota volkshuis
vesting gewoon anderhalf jaar.
Voor alle duidelijkheid: uiteraard gaat mijn
sympathie naar deze motie uit. Wanneer wij echter
de in de optiek van de rijksoverheid gewenste kei
harde gegevens op tafel willen leggen, moet er een
woningbehoefte-onderzoek worden gehouden en dat is
niet niets. Een dergelijk onderzoek is toegezegd,
conform het programakkoordmaar het zal niet vóór
14 december a.s. gereed zijn.
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Ik krijg het
idee dat u de motie verkeerd leest of verkeerd in
terpreteert. Ik heb u niet gevraagd met deze motie
naar de heer Brokx te gaan; ik vraag de raad met
de motie in stemmen en ik vraag het college de mo
tie ter kennis van de Tweede Kamer te brengen. Dat
maakt volgens mij wel verschil. Als echter harde
cijfers niet eerder dan....
Wethouder VAN DUNHardere
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Volgens ons
zijn de cijfers hard genoeg. Als men niet in staat
is met cijfers te komen vóórdat de hele nota volks
huisvesting gereed is, dan handhaven wij de motie.
Wethouder PAULUSSENIk heb eigenlijk behoef
te aan een schorsing. Er zijn vragen gesteld aan
de heer Van Dun en mij. Ik wil wel op tafel
De VOORZITTER: Zegt u maar gewoon wat u wilt.
Dat is het beste.