2094 1 DECEMBER 1978 avond Wethouder PAULUSSEN: Ik wil een schorsing. De heer TEN WOLDE: Als mevrouw Paulussen de gegevens binnen veertien dagen op tafel kan leg gen, is dat natuurlijk meegenomen! De VOORZITTER: Het lijkt mij toch verstandig de vergadering voor enige minuten te schorsen. De heer EISSENS: Ik wil trachten een bemidde lingspoging te doen. Er komt straks nog een andere motie aan de orde, waarbij wij een soortgelijk verzoek willen doen, omdat wij ons onvoldoende op de behandeling hebben kunnen prepareren. Als de P.v.d.A. het idee heeft voldoende harde cijfers te hebben, vind ik het de moeite waard dat zij dat probeert aan te tonen. Dat moet niet op dit ogen blik gebeuren, want daar is het tijdstip niet ge schikt voor, maar het is best mogelijk dat er toch voldoende indicaties zijn, zij het dat die dan misschien niet zo ver uitgewerkt zullen zijn als de heer Van Dun wenselijk acht. Ik vind dat men de kans moet krijgen cijfers ter tafel te brengen, opdat wij kunnen beoordelen of die wellicht vol doende onderbouwd zijn. Daarover kan ik op het ogenblik geen uitsluitsel geven, maar ik zou het jammer vinden als wij over dit aspect heen zouden lopen, terwijl men van mening is te kunnen aanto nen voldoende harde cijfers te hebben. De heer TEN WOLDE: Het is nu een discussie van alles of niets en dat maakt het, zeker op dit tijdstip, erg moeilijk een goed standpunt in te nemen. Wij hebben ontdekt dat artikel 59 van het reglement van orde de mogelijkheid tot "parkeren" in zich draagt. Met andere woorden: wij zouden de P.v.d.A.-fractie nogmaals om een "parkeersituatie" willen verzoeken, waarbij onze gedachten naar "langparkeren" uitgaan. De VOORZITTER: Uit de laatste woorden van me vrouw Muntjewerff heb ik opgemaakt dat zij, de ge hele situatie overziende en gehoord hebbende wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2094