2098 1 DECEMBER 1978 avond verleden in raadsdiscussies over de verkoop van woningwetwoningen duidelijk geworden. Ik hoop dat men het ermee eens is dat ik er nu niet op inga, onder de aantekening dat in het college volstrekt respect voor de wederzijdse standpunten bestaat. De heer EISSENS: Ik stel voor bij deze motie dezelfde procedure te volgen als bij de vorige. Ook ten aanzien van dit onderwerp is in onze frac tie meer tijd voor beraad nodig. Ik geloof dat we verstandig moeten zijn en niet moeten proberen midden in de nacht elkaar nog te overtuigen. De indieners van de motie wil ik vragen ons de gele genheid te geven ons intern te beraden, zodat de motie op een later tijdstip wat mij betreft mag dat in de vergadering van 14 december zijn op nieuw aan de orde kan komen. Daarbij ga ik ervan uit dat er in het kader van de Gemeentewet of an derszins een mogelijkheid is om de motie opnieuw in te brengen. De VOORZITTER: Daar is altijd wel iets aan te doen! De heer CRUL: Wij gaan met het voorstel van de heer Eissens akkoord. Motie nr. 3 wordt van de agenda afgevoerd, onder aantekening dat zij zo nodig in de eerst volgende raadsvergadering opnieuw aan de orde kan komen. Motie nr. 4 (onderwerp: beleidsplan verkeersvei ligheid; ingediend op 1 december 1978) Wethouder VAN DUN: Bij mijn reactie op de al gemene beschouwingen en bij de behandeling van mijn portefeuille heb ik erop gewezen dat een be leidsplan voor de verkeersveiligheid louter een stuk papier kan zijn als niet tegelijkertijd, in overleg met de bevolking, deelverkeerscirculatie- plannen worden gemaakt. Op het ogenblik wordt de gehele capaciteit van de afdeling verkeer van de dienst van openbare werken voor de opstelling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2098