16 FEBRUARI 1978.
200
Koertshuis dat de gemeente geen bal met de gang
van zaken bij N.A.C. te maken heeft en dat het
accountantsrapport voldoende is; wij daarentegen
willen duidelijke informatie hebben over de rol
van de auditor, met name in bestuursvergaderingen.
In eerste termijn heb ik al betoogd dat de daar
uit voortvloeiende bevindingen met de financiële
overzichten minimaal voor de leden van de commis
sie jeugd en sport ter visie zouden moeten liggen.
Met betrekking tot de sociale paragraaf is de heer
Koertshuis van mening dat N.A.C. het zelf moet
doen en met betrekking tot de rijksoverheid meent
hij dat de sanering moet worden afgewacht.
Uit dit alles blijkt duidelijk dat subsidi
ering van gemeentewege met gemeenschapsgelden er
in de ogen van de heer Koertshuis niet toe leidt
dat de gemeentelijke overheid medezeggenschap en
controle moet kunnen uitoefenen.
Gesteld dat N.A.C. er in de toekomst niet in
slaagt om, zoals nu ten bedrage van 100.000,
subsidie van derden te verkrijgen., kan dan op
grond van de vermindering van inkomsten om een
extra verhoging van de subsidie worden aangeklopt?
Met betrekking tot de subsidie van C.R.M.
lees ik op bladzijde 2 van de nota: "mocht dit
echter wèl het geval zijn, dan zal dit kunnen lei
den tot wijziging van de alsdan vigerende subsidie
regeling." Het woord "kunnen" maakt dit naar mijn
gevoel nogal rekbaar: het zou beter achterwege
kunnen blijven. Bij subsidiëring vanwege C.R.M.
zou toegekende subsidie op de gemeentelijke subsi
die in mindering moeten worden gebracht.
Ik had niet verwacht dat mijn amendement door
het college en de V.V.D.-fractie met hoera-geroep
zou worden ontvangen; ik heb echter nog niet ver
nomen hoe de C.D.A.-fractie tegenover het amende
ment staat.
Tot slot merk ik op dat de opening op 1 april
van het herbouwde zwembad "Het Ei" voor het N.A.C.
bestuur een troost moet zijn: mochten er na die
datum heethoofden zijn, dan kunnen zij daar