1 DECEMBER 1978 2099 avond zulke deelverkeerscirculatieplannen aangewend. Ik betoog en ik heb betoogd dat bij die deelverkeers circulatieplannen niet de verkeerstechnische op lossingen voorop staan; de verkeersveiligheid vormt het uitgangspunt. Gezocht wordt naar oplos singen van problemen in het verkeer als totaliteit. Bij de leden van de commissie voor ruimtelijke or dening roep ik in de herinnering dat wij jaarlijks op basis van de ongevallenstatistieken van de dienst van openbare werken en de politie de prio riteiten in verkeersveiligheidsopzicht van de aan te vatten werken bepalen. In het kader van die prioriteitenstelling noem ik de Heerbaan en de Claudius Prinsenlaan. Je kunt twee "routes" kiezen: een beleidsplan voor de verkeersveiligheid opstellen, waarvoor wij geen capaciteit hebben en wat lang kan duren, öf in overleg met de bevolking deelverkeercirculatie- plannen opstellen en deelverkeersoplossingen cre- eren, op basis van ongevallenstatistieken en waar bij de verkeersveiligheid voorop staat. Aangezien bij die praktische oplossing die wij op het ogen blik hanteren, de verkeersveiligheid centraal staat, heb ik het voorrecht namens het gehele college een beroep op de indieners te doen de motie in te trekken. De heer VAN DE STEENOVEN: Als ik uit de woor den van de wethouder mag concluderen dat de ver keersveiligheid ook bij de opstelling van verkeers circulatieplannen het eerste doel zal zijn, ben ik bereid de motie in te trekken. Ik hoop echter dat als bijvoorbeeld blijkt dat zich op de Heerbaan grote problemen voordoen, daar dan ook werkelijk op korte termijn iets aan wordt gedaan. Elk jaar uitstel leidt tot ongelukken: méér dan één, onder andere op de Heerbaan. Wethouder VAN DUN: Het is wat moeilijk om kwart over drie nog met elkaar op de mat te gaan. Ik wil geen onduidelijkheid doen bestaan over mijn toezegging, die naar ik meen ook bij de heer Van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2099