2104 1 DECEMBER 1978
(avond)
kan zich daarin niet herkennen; wij willen echter
vanuit onze positieve opstelling ten aanzien van
de nieuwe situatie in de raad en het college zó
ver gaan de begroting voor 1979 niet af te wijzen.
De moties van C.D.A. en V.V.D. die bij de algemene
beschouwingen zijn ingediend en aanvaard, maken
ons duidelijk dat in de volgende begrotingsbehan
delingen de nieuwe samenstelling van de raad en de
samenwerking in het college en de raad zullen door
werken. Tegen deze achtergrond zal onze fractie
niet tegenstemmen.
De heer TEN WOLDE: Tijdens de onderhandelin
gen over de totstandkoming van het college hebben
wij te kennen gegeven dat wij het beleid in de
toekomst zouden toetsen aan voortzetting van het
beleid op hoofdpunten dat in de periode 1974-1978
is gevoerd. Door deze positieve opstelling krijgt
het nieuwe college een kans. De ter tafel liggende
begroting heeft onze volledige instemming. Vana
vond werd met enig hoongelach de indruk gewekt dat
wij scherpe kritiek op het college zouden hebben
uitgeoefend tijdens de algemene beschouwingen. Wij
hebben evenwel niet geoordeeld, maar we zijn al
leen gesterkt in de mening dat het met de bestuurs
kracht, gezien de séance die we zojuist hebben
meegemaakt, niet erg goed gesteld is.
De heer EISSENS: Het zal niemand verbazen dat
wij de begroting volledig ondersteunen. Wellicht
wordt ik beschouwd als de veroorzaker van een aan
tal tumultueuze schorsingen en dergelijke, maar ik
ben toch blij met wat er is gebeurd. Persoonlijk
vind ik dat er meer duidelijkheid is gekomen en
dat we elkaar beter hebben leren kennen. Dat heeft
wat meer uren gekost; ik meen echter dat we, on
danks het late uur, tot een positieve afsluiting
zijn gekomen van hetgeen we dezer dagen samen
hebben meegemaakt.
De heer GARRITSENHet is een wat trieste si
tuatie dat ik helaas de enige ben die tegen de