1 DECEMBER 1978 2107
avond
cijfertjes van de begroting zelf en dat de discus
sies meer in algemene zin op het beleid betrekking
hadden. Het aantal interrupties geeft de laatste
jaren een stijgend beeld te zien en we schromen
niet elkaar op elk moment te onderbreken. Dit ver
levendigt de debatten, maar een zekere gematigd
heid zou naar mijn idee niet misstaan.
Het aantal moties de voorzitter wees er
zojuist op is nogal meegevallen, hoewel de
vraag kan worden gesteld of moties nog wel zin heb
ben als het college duidelijke toezeggingen heeft
gedaan. Wij hebben opgemerkt dat het college weer
kwistig heeft gestrooid met toezeggingen ten aan
zien van nota's, studies en rapportage, waardoor
in ieder geval de werkgelegenheid voor een staf
van ambtenaren weer veilig is gesteld. Opvallend
was trouwens dat vele ambtenaren, al dan niet ambts
halve, de beraadslagingen over de begroting hebben
bijgewoond. Zij wilden natuurlijk ook weten hoe de
raad zou reageren op een begroting, aan de tot
standkoming waarvan zij een zo groot aandeel heb
ben gehad.
Wij hebben elkaar zeer veel gezegd, al dan
niet onomwonden. Wanneer iets soms niet duidelijk
was, werd via interrupties duidelijkheid verschaft.
De publieke tribune gaf een wisselende bezetting
te zien, waarbij ik mij afvraag hoe de beraadsla
gingen over de begroting bij het publiek zijn
overgekomen. Ik denk dat sommige bezoekers door
het gebruik van vele vaktermen soms het spoor bijs
ter zijn geraakt.
Ik vraag mij af of de huidige methode van het
behandelen van de begroting nog wel aan haar doel
beantwoordt. Deze vraagstelling wil ik op dit
ogenblik in het midden brengen; wellicht kan zij
na te zijn overdacht, vóór de volgende begrotings
behandeling nader aan de orde komen.
Nu wij aan het einde van de debatten zijn ge
komen, gaan onze gedachten de voorzitter zei
het zojuist al uit naar de chef van de afdeling
financiën, die ernstig ziek is en die wij vanaf