2134 14 DECEMBER 1978 situatie met betrekking tot punt B 1 duidelijk ma ken. De heer Carol is geconfronteerd met de weige ring van een bouwvergunning en kondigt aan dat hij in beroep gaat bij de raad. Dit betekent dat wij de raad in kennis stellen van de binnengekomen brief. Er zal een preadvies worden uitgebracht want de raad moet hierover beslissen waarbij alle informatie zal worden verstrekt. De heer Hendriksen is ingegaan op het verle nen van het recht aan de Staat der Nederlanden tot het houden van militaire oefeningen. Het betreft hier een beslissingsbevoegdheid die aan het colle ge van burgemeester en wethouders, gehoord de com missie voor openbare werken, is gedelegeerd. Bij een veelheid van stukken die in de commissie voor openbare werken aan de orde komt, ook op het ge bied van grondverkopen, is delegatie aan het col lege in het geding, zodat men de betrokken stukken niet terugziet in de besluitvorming. Misschien is het interessant de suggestie van de heer Hendrik sen in zoverre te volgen, dat we in het vervolg op de zeer ruime agenda voor een vergadering van de commissie voor openbare werken vermelden wat raads stukken en wat collegestukken zijn. In ieder geval is punt C n conform de delegatie aan het college terecht op deze wijze geagendeerd. De VOORZITTER: Er is ruim gelegenheid om in de commissies overal over te spreken. Mevrouw SAELMAN-BOELENHet is mij niet duide lijk geworden of de brief van de E.N.W.B. nu wel of niet éérst in de commissie zal worden behandeld De heer HENDRIKSEN: Doordat wij er niet van op de hoogte waren dat het bij punt C n om een de legatie aan het college ging, zijn we nu niet in staat over het bewuste onderwerp te discussiëren. Mijn fractie vindt dit bezwaarlijk en stelt der halve het college voor deze aangelegenheid op dit ogenblik terug te nemen en over de beste manier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2134