14 DECEMBER 1978
2143
uitdrukkelijk willen vragen of het niet zinnig is
reeds op dit ogenblik mogelijkheden voor de fiet
sers te creëren. We zouden dan een soort woonerf
kunnen inrichten waar ook fietsers toegang krijgen.
Over de inspraak had ik nogal wat vragen willen
stellen, maar ik wil nu eerst afwachten wat het
college over dat onderwerp, vooral met het oog op
het tweede gedeelte van de Veemarktstraat, gaat
zeggen.
Wethouder VAN DUN: De heer Van Asseldonk heeft
vragen gesteld over het parkeervergunningenstelsel
en de bewoners van het tweede gedeelte van de Vee
marktstraat. Twee aspecten lijken mij in dit ver
band van belang. In de eerste plaats herinner ik
eraan dat in commissieverband over het parkeerver
gunningenstelsel het volgende is gezegd: over zo'n
stelsel heeft de raad nog geen besluiten genomen,
maar indien er voorstellen in die richting aan de
raad worden gedaan, zal het stelsel moeten worden
ingevoerd naar rato van de alternatieve mogelijk
heden om auto's te stallen. Wanneer die suggestie
van de commissie wordt overgenomen, moet je, ge
zien de huidige conceptie van het verkeerscircula
tieplan, de parkeernota en het structuurplan voor
de binnenstad, waarschijnlijk het parkeervergun
ningenstelsel parallel laten lopen met het gereed
komen van parkeergarages.
De heer VAN ASSELDONK: Ter bekorting van de
discussie: wat betekent dat in tijd? Dat was eigen
lijk de vraag.
Wethouder VAN DUN: Op basis van de vraag van
de heer Van Asseldonk heb ik gezegd dat de raad
nog over een parkeervergunningenstelsel zal moeten
beslissen en dat er een suggestie van de commissie
is om het stelsel gelijk oplopend met alternatieve
mogelijkheden in te voeren. Nu moet de heer Van
Asseldonk natuurlijk niet de show gaan stelen met
de vraag wat dat in tijd betekent. De raad heeft