2144 14 DECEMBER 1978 over een parkeervergunningenstelsel nog niet be sloten en er is dus over de consequenties in tijd nog geen verstandig woord te zeggen, aangezien er eerst een beslissing zal moeten worden genomen. Pas daarna kan de vraag op welk moment we zo'n stelsel invoeren, aan de orde komen. Ik geloof dat dat antwoord duidelijk mag zijn. Een tweede punt is het parkeren van de bewo ners van de Veemarktstraat, waarover op ambtelijk niveau toezeggingen zijn gedaan. Ik moet eerlijk bekennen dat wij met die toezeggingen erg moeilijk zitten. Het eventuele parkeervergunningenstelsel zal namelijk niet opgaan voor gebieden in het voet gangerdomein, zodat hier aan ontheffingen, te ver lenen door de commissaris van politie, moet worden gedacht. Het geven van ontheffingen behoort tot de eigen bevoegdheid van de commissaris. Dit punt maakt thans op basis van de gedane toezeggingen nog onderwerp van gesprek uit, waarbij nog geen duidelijkheid is ontstaan. Ik geloof dat we daar eerlijk over moeten zijn. In De Stem is een artikel verschenen over de mogelijkheden van de brandweer in woonerfsituaties Elke publikatie in De Stem komt voor verantwoorde lijkheid van de krant en naar ik meen ook van de gene die de instigator ervan is, in dit geval de commandant van de brandweer, de heer Feikema. Het artikel in De Stem ik heb het gelezen doet mijns inziens niets af aan de toezeggingen van de directeur openbare werken, die in de commissie heeft medegedeeld dat bij de inrichting van gebie den het advies van de brandweer moet worden "mee genomen". Overigens heeft de heer Feikema er ge lijk in dat je niet overal klakkeloos woonerfsitu aties kunt creëren en dat je rekening zult moeten houden met de activiteiten van brandweer en poli tie De toegankelijkheid van de Molenstraat voor fietsverkeer in beide richtingen levert juist door het parkeren aan beide zijden van de straat, dat verboden is, een verkeersgevaarlijke situatie op.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2144