2146
14 DECEMBER 1978
De heer HENDRIKSEN: Ik zit door de beantwoor- v
ding een beetje in de moeilijkheden. Ten aanzien m
van de inspraak over de Veemarkt heb ik niet ge- w
suggereerd dat alleen de mening van winkeliers zou r
zijn gevraagd en dat daarom de gang van zaken niet w
bevredigend zou zijn geweest. Misschien gaat de m
heer Garritsen dat nog doen. Ik heb bedoeld dat in
het kader van de beoordeling van dit soort voor- t
stellen toch minstens een notitie aanwezig moet g
zijn of inzicht moet kunnen worden gegeven over de d
mate waarin en de wijze waarop inspraak heeft m
plaatsgevonden. Dat is niet gebeurd, terwijl wij z
dat op grond van de motie die dit najaar is aange- o
nomen toch wel van het college hadden verwacht. t
Met het oog daarop heb ik de wethouder gevraagd z
nadere informatie over de gang van zaken te geven. m
De wethouder heeft gezegd de brief van het v
Chassécomité niet te kennen, wat natuurlijk altijd d
mogelijk is. Dit laat echter mijn vragen, die nu d
niet zijn beantwoord, onverlet. Ik heb gevraagd w
ons duidelijker dan in de commissie is gebeurd te
verklaren waarom de termijn van verwezenlijking
die met de bewoners was overeengekomen, is over- k
schreden en waarom de bewoners van de vertraging o
en de redenen daarvan niet op de hoogte zijn ge- g
steld. d
De datum van de start van de activiteiten is z
de wethouder niet bekend. Ik zou hem willen vragen s
waarom die datum niet bekend is en ons, zodra er b
wèl iets bekend is, daarvan mededeling te doen. d
Tot slot wil ik vragen of kan worden aange te- ir,
kend dat de Partij van de Arbeid-fractie tegen de b
herinrichting van de Veemarktstraat is. b
1
De heer GARRITSEN: De wethouder heeft er zo- t
juist terecht op gewezen dat hoofdzakelijk de win- p
keiiers inspraak hebben gehad. Ik heb daar natuur- m
lijk bezwaren tegen: als er eerst over versterking g
van de woonfunctie wordt gesproken, moet je, ook k
al gaat het om een gebied waar veel winkeliers ge- d
vestigd zijn, zeker ook de bewoners bij de gang