14 DECEMBER 1978
2147
van zaken betrekken. Volgens mijn inlichtingen
misschien kan de wethouder daar nog op ingaan
werd de eerste inspraakbijeenkomst over de herin
richting van de Veemarktstraat uitsluitend door
winkeliers bijgewoond en vond zij op een maandag
morgen plaats. Ook de tweede inspraakbijeenkomst
misschien zou het woord informatiebijeenkomst
trouwens beter zijn werd op een maandagmorgen
gehouden. Weliswaar werden alle bewoners uitgeno
digd, maar het is natuurlijk duidelijk dat op
maandagmorgen, wanneer de winkels immers gesloten
zijn, voornamelijk de winkeliers komen. Dit bleek
ook uit de opkomst: er waren naar ik meen één of
twee bewoners aanwezig en van de inbreng van die
zijde is helemaal niets terug te vinden. Uiterst
merkwaardig was dat de besprekingen bij de Kamer
van Koophandel plaatsvonden. Voor mij is, als daar
de inspraakbijeenkomsten van de gemeente Breda wor
den georganiseerd, wel een beetje duidelijk voor
welke belangen wordt gekozen.
De heer VAN ASSELDONK: Ik wil nog even terug
komen op de woorden die zijn gevallen tijdens het
overleg met winkeliers en bewoners van het tweede
gedeelte van de Veemarktstraat. Gesuggereerd is
dat het parkeervergunningenstelsel een oplossing
zou kunnen bieden; dit blijkt onder meer uit de
stukken. De wethouder heeft gezegd dat hij hier
bestuurlijk moeilijk mee zit en dat er alleen langs
de weg van ontheffingen mogelijkheden zijn. Al
met al is er een enigszins rare procedure gevolgd:
bewoners en deskundigen gaan onderhandelen, waar
bij het parkeervergunningenstelsel een oplossing
lijkt te kunnen bieden, maar dat blijkt dan later
toch niet mogelijk te zijn. Op zichzelf is dat geen
probleem, maar het lijkt mij toch dat de bewoners
met een kluitje in het riet zijn gestuurd. Wat
geldt er nu tussentijds en wat gaat er in de toe
komst gelden? Ongeacht wat er geldt, ik vind dat
de bewoners dat moeten weten.