205
16 FEBRUARI 1978.
dat dat zo is en ik heb dan ook niet gezegd dat de
hier voorgestelde subsidiëring niet eerlijk zou
zijn. Waar het mij om gaat is dat ik het niet juist
vind ons definitief over zo veel jaren op een be
leid vast te pinnen. De vergelijking met andere
verenigingen wil ik niet maken, want die is zo in
algemene zin niet mogelijk. Voor een goede verge
lijking zul je tal van factoren moeten invoeren
zoals de aantallen mensen, de activiteiten die zij
verrichten en de vraag welke clubs al dan niet
worden gesteund. Ik herinner mij nog een vurig
pleidooi van dezelfde heer Koertshuis voor de
hockeyclubs, waaraan in zijn ogen tekort werd ge
daan.
De heer KOERTSHUISEn zwemverenigingen en
vanavond voetbalclubs!
De heer VAN BANNING: Dank u voor de aanvulling!
In ieder geval kan ik de bewering van de heer
Koertshuis beamen noch ontkennen. Ik heb het niet
over eerlijk of oneerlijk gehad.
De wethouder heeft betoogd dat we de nodige
vertrouwelijke informatie krijgen. Nu heb ik hier
het bekende "groene boekje" waarin standpunten
te vinden zijn ten aanzien van de gemeentelijke
steun aan het betaalde voetbal en ten aanzien van
de voorwaarden die daarbij in acht zouden moeten
worden genomen. Ik geloof dat dit een zeer lezens
waardig boekje is, maar in ieder geval ten opzichte
van het financiële beleid acht ik absolute open
baarheid gewenst.
Het verheugt mij dat de heer Koertshuis het
antwoord op de vraag wat er moet gebeuren als het
fout loopt, vaag heeft genoemd. De wethouder ziet
zelf geen zekerheid. Welaan, dat is het punt waar
het om gaat. Het gaat niet om een vergelijking met
wat andere verenigingen al dan niet krijgen: wij
begeven ons hier in een ontwikkeling waarbij we
niet weten waar we in de toekomst aan toe zijn.
In dit verband verwondert het mij dat de raadsleden