14 DECEMBER 1978
2165
in Breda, waarin het sportfondsenbad aan de Vier-
windenstraat een onmisbare factor blijkt te zijn.
Tegen die achtergrond menen wij dat alle kansen
zullen moeten worden aangegrepen om een voortgezet
te exploitatie van dit bad hoe dan ook mogelijk te
maken. Met dat doel ligt thans een voorstel ter ta
fel tot het verstrekken van een bedrag van
85.000,in het exploitatietekort over 1978,
alsmede een voorlopig voorschot van 42.500,
Mijn fractie kan met dat voorstel akkoord gaan,
evenals met het voorstel onder agendapunt 15,
waarbij op voordracht van het college drie leden
van de raad van beheer zullen moeten worden voorge
dragen. Met betrekking tot punt 15 begrijpen wij
heel goed dat het om een ad-hoc-commissie met een
tijdelijke taak gaat; wij menendat de raad van be
heer de opdracht moet krijgen om vóór 1 juli 1979
de expiratiedatum van deze commissie met
voorstellen ter bevordering van een betere exploi
tatie-opzet te komen.
De heer MARTENS: Aan het adres van de heer
Koertshuis wil ik zeggen dat ook in onze fractie
de klap hard is aangekomen, zij het dat een en an
der langzamerhand is voorbereid door de vorige wet
houder. Deze heeft herhaalde malen in de commissie
over de moeilijkheden aan de Vierwindenstraat ge
sproken, maar hij is niet zo exact geweest als de
huidige wethouder. Ik zou wat dat betreft de bal
enigszins willen terugspelen naar de vorige wethou
der, die lid van de V.V.D.-fractie was.
De heer KOERTSHUIS: Het vorige college heeft
ons geregeld geïnformeerd, onder vermelding van een
aantal zakelijke voorwaarden, ten aanzien waarvan
nog een regeling tot stand zou moeten komen. Het
zijn juist die voorwaarden die ik nu niet terug
zie
De heer MARTENS: Er zijn door de toenmalige
wethouder geen exacte voorstellen ingediend. De