207 16 FEBRUARI 1978 den. Ook ik zou N.A.C. liever in Breda willen hou den en ik ben ervan overtuigd dat N.A.C.als er een keus moet worden gedaan, in Breda zal zijn. De wethouder heeft echter het provinciale idee afge wezen met het argument dat N.A.C. hier zou moeten blijven, terwijl het naar mijn mening meer gaat om het sportieve en recreatieve dan om het plaatse lijke gebeuren. Ik heb hier gehoord dat wij altijd bovengemeentelijk moeten denken. Laat me dan ook een ander dat mooie spel gunnen. Tot slot nog iets over het aflopen van de ga rantie in 1979. Ik neem aan dat de tekst van de garantie zodanig is, dat het, als er aflossingen zijn gedaan, onmogelijk is op basis van de garan tie opnieuw gelden op te nemen. Dit meen ik duide lijk van de wethouder te hebben begrepen. Wethouder VAN GRAAFEILANDNog een paar korte toelichtingen Het is nog volstrekt niet zeker dit aan het adres van de heer Martens dat de 100.000,aan subsidie van het bedrijfsleven niet zal worden gecontinueerd. Men heeft zich ver plicht voor dezelfde periode van vijf jaar die per 1 januari 1979 afloopt; bij het bedrijfsleven zal moeten worden geprobeerd de 100.000,voor N.A.C. te behouden. Mocht dat niet lukken, dan zal doodeenvoudig de exploitatiebegroting van N.A.C. met 100.000,moeten worden teruggeschroefd, zoals ik in eerste termijn al heb gezegd. Wij zien erop toe dat dat in het veronderstelde geval ook werkelijk zal gebeuren. In ieder geval zal niet de subsidie van de gemeente Breda met 100.000, worden verhoogd. Alle sprekers zijn ingegaan op de passage op bladzijde 2 over eventuele C.R.M.-subsidie. Wij hebben ons daar voorzichtig uitgedrukt, omdat we van tevoren niet weten wat rijkssubsidiëring kwan titatief zal inhouden en welke voorwaarden C.R.M. voor subsidiëring zal stellen. Het is niet onge bruikelijk dat overheden zodanige voorwaarden voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 207