2172
14 DECEMBER 1978
De Sp.A.R.-argumentatie is behalve door de
heer Koertshuis in feite ook door andere sprekers
genoemd. Het gaat daarbij om de vraag of wij bij
het bouwen van "De Spetter" en "De Wisselslag" niet
hadden kunnen voorzien dat de totstandkoming van
die baden een terugslag zou hebben op de exploita
tie van het enige tot dan toe bestaande overdekte
zwembad, te weten het bad aan de Vierwindenstraat.
Een dergelijke terugslag is natuurlijk wel voor
zien; ik denk dat de N.V. niet het grootste gelijk
van de wereld heeft wanneer zij zegt dat haar ex
ploitatieverlies aan de bouw van twee nieuwe baden
in Breda te wijten is, maar ik denk dat je ook
niet kunt ontkennen dat die bouw zeker van invloed
zal zijn geweest.
De heer Koertshuis heeft betoogd dat er in
het verleden aan N.A.C. nogal harde voorwaarden
zijn gesteld. Volgens mijn informatie gaan de aan
N.A.C. gestelde voorwaarden minder ver dan de voor
waarden die nu aan de N.V. Sportfondsenbaden wor
den gesteld. Voor beide instellingen geldt dat wij
een jaarrekening moeten goedkeuren, maar terwijl
we bij N.A.C. slechts een auditor hebben, krijgen
we bij de N.V. de helft van de zetels in de raad
van beheer. Aangezien de gemeente bij N.A.C. niet
de helft van de bestuurszetels in handen heeft,
meen ik dat we de N.V. Sportfondsenbaden via
de afvaardiging in de raad van beheer sterker
"in de greep" hebben dan N.A.C. Wanneer je de ver
houding met N.A.C. "hard" en zakelijk noemt, is
de verhouding met de N.V. harder en zakelijker.
De vraag van de heer Koertshuis, of de N.V.
het bad wil verkopen, is op dit ogenblik nog niet
aan de orde, doch maakt onderdeel uit van de tot
standkoming van een structurele oplossing. De heer
Koertshuis heeft voorts gevraagd of de bedragen die
de gemeente er nu in gaat steken, te zijner tijd
een rol bij de structurele oplossing zullen spelen.
Op dit ogenblik zit dat er niet in: wij stellen
voor een tekort te financieren dat al is ontstaan
en dat zó duidelijk en zó groot is, dat de N.V.