16 FEBRUARI 1978. 208 subsidiëring stellen, dat er een kostenverhogend effect optreedt. Met dat alles zal rekening moeten worden gehouden. Ik garandeer in ieder geval dat indien C.R.M. gaat subsidiëren, het zich dan voor doende vraagstuk op de gebruikelijke wijze in de commissie aan de orde zal komen. Wij zullen dan aangeven wat de situatie is, wat er is veranderd, wat het concrete resultaat voor N.A.C. en voor an dere clubs is en welk voorstel wij willen doen. In eerste termijn heb ik getracht uiteen te zetten wat onze mogelijkheden en middelen op het gebied van de financiële bewaking zijn. Dit deed ik naar aanleiding van opmerkingen van de heren Van Banning en Koertshuis. Die mogelijkheden en middelen liggen besloten in het voorwaardenpakket dat in bijlage 6 is opgenomen. Inderdaad kan ik geen zekerheid verschaffen dat een en ander zich gedurende een jaar of zeven goed zal voltrekken. Ik wijs er nogmaals op dat het de afgelopen vijf jaar precies is gegaan zoals wij het hebben ge wild. De heer VAN BANNING: Dat is niet helemaal waar. Er is 100.000,subsidie gegeven en voor 100.000,een garantie verstrekt. Het uitgangs punt was dat de 100.000,aan garantie niet zou worden gebruikt, maar dat is wèl gebeurd. Wethouder VAN GRAAFEILANDDat is inderdaad wèl gebeurd, maar op 12 september 1974 waren we er exact van op de hoogte dat het de gemeente in tota liteit 200.000,per jaar zou gaan kosten. Daar zou geen enkel misverstand over kunnen bestaan. Bovendien nemen we voortdurend besluiten waar bij geen eindige zekerheid over de uiteindelijke afloop kan worden gegeven. Ik denk dat ook de heer Van Banning zich geregeld op paden beweegt waarbij hij eigenlijk niet weet hoe het allemaal zal aflo pen! De heer VAN BANNING: Inderdaad. Onder andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 208