14 DECEMBER 1978 2187 duidelijke stagnatie wordt geconstateerd, zijn wij ervoor het experiment te wagen. De situatie kan niet slechter worden dan zij al is en wij vinden dan ook dat de gemeente moet proberen de verkoop van woningwetwoningen voor een jaar op te schorten om te kijken of dat iets uithaalt. Wethouder VAN DUN: Het college heeft er geen behoefte aan inhoudelijk op de motie te reageren. Ik volsta met de mededeling dat de zeven leden van het college zich over de motie hebben beraden en dat vier leden de motie steunen, terwijl drie le den dat niet doen. De motie van mevrouw Muntjewerff-van den Hul wordt hierna in stemming gebracht en met 20 tegen 18 stemmen aangenomen. VOOR hebben gestemd: de heren Crul, Van Dun, Oomen en Martens, mevrouw Stutterheim-Edelingme vrouw Nieuwstraten-Driessenmevrouw Muntjewerff- van den Hul, mevrouw Saelman-Boelende heren Dreef, Paquay en Van de Steenoven, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, mevrouw Paulussen, de heren Hendriksen en Welschen, mevrouw Den Ouden-Jansen de heren KammeraatGarritsenSchuring en De Brou wer TEGEN hebben gestemd: de heren Koertshuis, Gielen, De Raaff, Sandberg, Van Duijl, Neeb, Goos, Eissens, Suurmeijer, Taks, Broeders, Van Banning, Van Dongen, Van den Wijngaard, Brooimans, Ten Wol- de, Peeters en Van Asseldonk. De VOORZITTER: De meerderheid van het college is vóór de motie en zal bijaldien voor uitvoering zorg dienen te dragen. 59. HET GEMEENTELIJK BELEID MET BETREKKING TOT DE POSITIE VAN DE VROUW IN GEMEENTEDIENST. (P)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2187