14 DECEMBER 1978 2193 problemen te bespreken. Er zijn mensen in deze raad die van mening zijn dat er geen problemen zijn; als dat zo is, zal dat in de werkgroep wel blijken. Als er wèl problemen zijn, moeten vrouwen die kunnen neerleggen in een notitie waarvan zowel het college als de raad kennis kan nemen. Ik vind dat alle problemen, voor zover zij betrekking heb ben op vrouwenzaken, moeten kunnen worden gebun deld. De educatie en de vorming van vrouwen moeten mijns inziens extra aandacht krijgen en hoeven niet alleen binnen het educatief plan te vallen; de noodzakelijke coördinatie ten aanzien van deze edu catie en vorming zou ik willen leggen in de porte feuille waar zij thuishoort, namelijk die van het specifiek welzijn. De motie spreekt duidelijke taal. Ik heb de bewoordingen aangepast aan de wensen die bij ande re fracties bleken te bestaan. Zelf ben ik daar niet zo verschrikkelijk gelukkig mee: ik heb gewoon wat water in de wijn moeten doen. De motie moet mijns inziens in deze vorm aanvaardbaar zijn voor mensen die haar in de oorspronkelijke vorm hadden willen afwijzen. Ik verzoek u, mijnheer de voorzit ter, de motie in stemming te brengen. De heer EISSENS: Tot mijn vreugde is mevrouw Stutterheim begonnen met de constatering dat de emancipatie van de vrouw bij het C.D.A. landelijk hoog in het vaandel geschreven staat. Ik hoop dat zij bij de algemene beschouwingen in tweede instan tie heeft gehoord hoe wij er in grote lijnen over denken. Om enige redenen hebben wij met de motie, zo als zij er nu ligt, erg veel moeite. Misschien wordt het tijd dat de onderhandelingscommissie die indertijd voor de P.v.d.A. is opgetreden iets aan terugkoppeling naar de achterban doet, opdat men eens kan nagaan wat er nu precies is gebeurd. De kwestie van de vrouwenemancipatie had ik consta teer dat met alle respect in het programma van de Partij van de Arbeid ongelofelijk hoge prioriteit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2193