2194 14 DECEMBER 1978 Men heeft dan ook geprobeerd er in het programak koord grote duidelijkheid over te krijgen. We heb- 1 ben elkaar tenslotte kunnen vinden in het voorne- c men te streven naar een onderzoek inzake de ver- sterking van de positie van de vrouw in het ambte- t lijk apparaat; de conclusies uit het onderzoek zou- z den de raad worden voorgelegd. Dit was een heel 1 praktisch programmapunt ten aanzien van de positie i van de vrouw. i Mijn fractie vindt het enigszins merkwaardig v dat er, nu we drie maanden aan de gang zijn, op c dit punt reeds een motie wordt ingediend. Naar on ze mening moet je pas een motie indienen als het e college bepaalde punten van het programma niet e blijkt uit te voeren. In het college zit onder an- 1 deren een vrouwelijke wethouder van welzijn; de fractie van de Partij van de Arbeid zal naar ik aanneem initiatieven van haar verwachten, maar ik vraag mij af waarom die fractie haar eigen wethou- 1 der nog eens extra onder druk zet en met een me- tie tot spoed maant. Naar onze mening moet voordat we verder gaan eerst maar eens het overeengekomen punt van het programakkoord worden uitgewerkt. 1 Op basis van de bovengenoemde argumenten zal mijn fractie de motie van mevrouw Stutterheim niet i steunen. r De heer KOERTSHUIS: Aangezien de heer Ten i Wolde op tijd naar huis moet om op de kinderen te passen, zal ik proberen een korte reactie te geven. 1 Naar de mening van de V.V.D.-fractie is de motie op een drietal punten essentieel gewijzigd. 1 Daardoor is de motie bijna overbodig geworden, 1 maar kunnen wij ook geen principiële bezwaren te- c gen aanvaarding ervan meer hebben. Wij zien de mo tie tegen de achtergrond van het jarenlange "ge- dram" van de Partij van de Arbeid over de vrouwen- emancipatie; wat ons betreft mag de Partij van de Arbeid de motie handhaven, we zullen de motie steu- nen, maar men moet er het komende jaar niet meer mee terugkomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2194