2198
14 DECEMBER 1978
voorwaarden te scheppen en te streven naar vergro
ting van de mogelijkheden om naar persoonlijke
keuze het eigen leven in te richten. Dit geldt met
name voor de positie van de vrouw. Een overheid
die welzijn als streven in haar vaandel voert, kan,
aldus de commissie, niet uit onder een emancipatie
beleid.
Zeven leden van het college hebben zich over
de motie gebogen, met als resultaat dat vier le
den de gewijzigde tekst steunen en dat drie leden
de motie overbodig vinden. Waarom steunen vier le
den van het college de motie en zijn er drie colle
geleden tegen? Wanneer ik hierop inga, maak ik te
vens enkele opmerkingen aan het adres van de heer
Eissens. In het programakkoord de heer Eissens
heeft daar tijdens de algemene beschouwingen dui
delijk op gewezen is afgesproken dat zal worden
uitgegaan van de gelijkberechtiging van alle bur
gers, van de bevordering van ontplooiingsmogelijk
heden voor alle burgers en van het stimuleren van
opleidingen voor volwassenen, met extra aandacht
voor achtergebleven groepen in dezen. Het is dui
delijk dat hiermee ook de vrouwen worden bedoeld.
Juist daarom vindt het college in meerderheid dat
extra aandacht aan activiteiten voor deze achter
gebleven groep moet worden geschonken.
Aanstaande maandag zullen wij in deze raad
spreken over agendapunt 41, waarbij, eenvoudig ge
zegd, het educatief plan aan de orde is. Volgens
dat plan moet prioriteit worden gegeven aan groepen
die kansarm worden genoemd. Daarbij worden naast
enkele andere groepen ook de huisvrouwen genoemd.
Volgens het programakkoord vinden wij de vrou
wen een kansarme groep. De motie vraagt een duide
lijke keuze volgens het programakkoord: extra aan
dacht
De heer VAN ASSELDONK: In het voorstel over
de permanente educatie staat duidelijk dat juist
het punt van de kansarmen nog moet worden uitge
diept. Mevrouw Paulussen heeft echter nu al bepaald