14 DECEMBER 1978 2199 wie die kansarmen zijn. Wethouder PAULUSSEN: Er is in het educatief plan maar daarover praten wij maandag een aanzet gegeven: er wordt primair gekozen voor de kansarmen, onder aantekening dat nog nader moet worden "uitgelijnd" wat nu precies die kansarme situatie inhoudt. Eén van de groepen die in aanzet kansarm worden genoemd, is de groep van de huis vrouwen. Volgens de motie moet zowel in het kader van het educatief plan als daarbuiten extra aan dacht aan vormings- en educatieve activiteiten wor den gegeven. De gemeente zal zeker moeten zoeken naar beleidsvorming in alle sectoren van het be leid. Ook wij zijn van mening dat de coördinatie van alle zaken betreffende de emancipatie van de vrouw in de meest uitgebreide zin bij de portefeuil le specifiek welzijn behoort. De motie dringt in dit verband op extra accentuering door het college en de betrokken wethouder aan. Vier leden van het college zijn daarvóór en kunnen de motie dan ook steunen. Mevrouw STUTTERHEIM-EDELING: Ik wil nog even heel duidelijk zeggen dat mijn motie, voor zover er sprake is van vrouwen, niet uitsluitend betrek king heeft op de gehuwde vrouw. Ook de ongehuwde en vooral de oudere ongehuwde vrouw in onze samen leving komt nog veel tekort. Voor deze vrouwen moeten dringend voorzieningen tot stand komen en een onderzoek moet tevens toegespitst zijn op de positie van deze vrouwen in het gemeentelijk appa raat. Wethouder PAULUSSENIk weet niet of mevrouw Stutterheim hiermee in het bijzonder op een uitla ting van mijn kant doelt. Wellicht zal de heer Welschen nog iets over punt 1 van de motie zeggen. Aan het adres van de V.V.D.-fractie nog het volgende. Het is niet de bedoeling dat naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2199