2202
14 DECEMBER 1978
mevrouw Muntjewerff in de raadsvergadering van 1
december jl. heeft ingediend. Ik herinner eraan
dat het college niet volledig met de beantwoording
gereed was gekomen. Ik meen mij te herinneren dat
de heer Van Dun bezig was in tweede termijn het
woord te voeren. Dat betoog mag hij mijns inziens
nu vervolgen, waarbij hij ook het standpunt van het
college kan vermelden. Indien dat enigszins moge
lijk is zouden wij wellicht kunnen volstaan met
beraadslagingen in één termijn of met korte stem- ov
verklaringen. Vervolgens zullen we dan tot stem- zi
ming over de motie overgaan. ve
volgt
"De raad van Breda in begrotingsvergadering
bijeen op 28, 30 november en 1 december 1978,
De motie van mevrouw Muntjewerff luidt als
overwegende
we
be
sl
he
ta
op
sp
te
gehoord:
dat er in Breda een grote aantoonbare behoef
te is aan woningen in de woningwetsector, zo
wel in de Haagse Beemden als in de binnenstad;
de opvattingen van staatssecretaris Brokx in
zijn gesprek met het gemeentebestuur van Bre
da d.d. 9 november jl. dat 30 woningwetbouw
in alle nieuwbouwplannen (inclusief vervangen
de nieuwbouw) een maximum is;
stelt vast:
zo
te
co
le
tw
on
Mu
re
sl
to
te
ge
oo
zo
dat deze opvatting in strijd is met de wensen
die in Breda leven;
me
va
concludeert
dat zij zich niet bij dit maximum wenst neer