2210 14 DECEMBER 1978 percentage woningwetwoningen. Ik zou zijn stelling wel eens onderbouwd willen zien, want volgens mij ligt die relatie er heel duidelijk. Uit de studies die in de loop der tijden zijn ondernomen, is tel kens weer gebleken dat het aantal woningzoekenden veel hoger was dan was verwacht. De laatste cijfers geven bijna een verdubbeling aan. Bij de laatste woningnoodmanifestatie dat was naar ik meen in Den Haag zijn weer eens nieuwe cijfers geprodu ceerd, waaruit duidelijk bleek dat de laagstbetaal den in de knel zitten. De VOORZITTER: Ik vind het toch wel nodig erop te wijzen dat wij ons zo veel mogelijk tot het afleggen van stemverklaringen zouden beperken. De heer GARRITSEN: Ik dacht dat was afgespro ken dat in tweede termijn zou kunnen worden beraad slaagd. Het onderwerp is naar mijn mening uiterma te urgent. De VOORZITTER: Dan blijven we dus nog even aan de gang. Er is formeel niet veel tegen uw wens in te brengen, want er is een nieuw agendapunt aan de orde. Ik had gehoopt en eerlijk gezegd ook ver wacht dat men na alles wat er al is gezegd, met korte stemverklaringen zou kunnen volstaan, zoals dat ook bij andere agendapunten het geval is ge weest. Ik verzoek de heer Garritsen zijn betoog te vervolgen, graag gericht op een stemverklaring. De heer GARRITSEN: Ik wil nog ingaan op de re latie van de Haagse Beemden met de binnenstadsplan nen. De wethouder heeft gezegd dat de Haagse Beem den in de knel zouden komen. Ik ben van mening dat het percentage woningwetbouw in de Haagse Beemden in ieder geval omhoog zal moeten. Duidelijk is geworden dat de heer Brokx daar niet zo veel voor voelt, zeker niet wat de eerste fase betreft. Dat is een eerste gegeven, maar je zou daar best stel ling tegen kunnen nemen. Anderzijds zullen we met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2210