14 DECEMBER 1978 2213 de vorige motie zou de aanbieding aan de Tweede Ka mer vóór de tweede week van december moeten plaats vinden; ik heb nu in de motie opgenomen: "vóór het begin van de behandeling van de begroting van volks huisvesting en ruimtelijke ordening". Deze behan deling zal waarschijnlijk na de Kerstdagen plaats vinden. De motie van mevrouw Muntjewerff, inclusief de hierboven omschreven wijziging, is voldoende ondersteund en maakt derhalve onderwerp van beraad slaging uit. (Voor de oorspronkelijke tekst van de motie wordt verwezen naar het begin van de behandeling van agendapunt 60.) De heer TEN WOLDE: Door deze toelichting ver andert mijn argumentatie niet. Volgens de motie zou 30 woningwetbouw in dit kader niet voldoende zijn. Naar mijn mening is de slordigheid van de mo tie dat er geen enkele tijdslimiet voor de toekomst wordt gesteld, terwijl dat toch op zijn minst nood zakelijk is, wil men een redelijke afweging tot stand brengen, te meer daar er sprake is van de wo ningbehoefte op dit ogenblik. In het kader van de Haagse Beemden zijn per centages vastgelegd; we hebben zelfs daar moeite mee gehad, omdat naar onze mening het woningbouw beleid een beleid op langere termijn is, dat op de vraag in de toekomst moet worden afgestemd. Tijdens de algemene beschouwingen heb ik gewezen op onder zoekingen van de commissie voor consumentenaangele genheden van de sociaal-economische raad; volgens die commissie zal de ontwikkeling anders verlopen dan in de motie wordt gesuggereerd. Ik ben het met de wethouder eens dat door aan vaarding van de motie de verwachting zou worden ge wekt dat de problematiek op korte termijn opgelost zal zijn.. De 30 genoemd in de motie, zul je moeten relateren aan een overzienbaar getal ten aanzien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2213