16 FEBRUARI 1978. 212 Wethouder VAN DUN: Mede op verzoek van enkele leden van de commissie openbare werken deel ik de raad mede dat dit voorstel aanvankelijk behalve het voorbereidingskrediet van 60.000,ook nog een krediet van 7.000,betrof ter zake van het treffen van zeer primitieve voorzieningen ten be hoeve van minder-validen aan het politiebureau. Op advies van de commissie is dit stuk van de besluit vorming door het college teruggenomen. De commissie heeft het college uitgenodigd een uitgebreider en adequater voorstel ter zake van het treffen van voorzieningen als boven bedoeld ter tafel te bren gen. Wij hebben dit denkbeeld overgenomen en toe gezegd dat wij in een later stadium uitgebreider op dit specifieke vraagstuk zullen terugkomen. De heer CRUL: Het is bekend dat de federatie van fracties van P.v.d.A. en P.P.R. met minder ent housiasme dan de andere fracties de uitbreiding van de politie tot stand ziet komen. Wij hechten uiteraard evenals anderen grote waarde aan de vei ligheid en hebben op grond daarvan waardering voor het werk van de politie. Te dien aanzien verschil len wij niet van mening met de andere fracties, maar in onze groepering gaat de discussie soms een wat andere richting uit, zoals wij reeds in eerde re debatten kenbaar hebben gemaakt. Wij vinden dat de uitbreiding van de politie zorgen baart en dat er meer aandacht zou moeten worden besteed aan on derzoek en oorzaken van ontsporingen en van de on veiligheid. Als je op dit gebied meer kennis hebt, kun je maatregelen nemen die meer zijn toegesneden op aspecten van veiligheid en op wat daarmee te ma ken heeft. Met betrekking tot dit voorstel is het voorts van belang na te gaan hoe het wat het bureau betreft gesteld is met de plaats waar de uitbreiding wordt voorzien. Maandagavond zullen wij dieper ingaan op onze opvattingen over de functies van de binnen stad, die nogal afwijken van de opvattingen van de andere fracties. Door ons is ingebracht dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 212