14 DECEMBER 1978 2219 opmerkingen over het citeren. Het lijkt mij hoffe lijk dat mevrouw Saelman antwoord op haar vraag krijgt en ik wil dat antwoord van mijn kant graag geven. Na het gesprek met de heer Brokx, waarvan zoals gezegd nog geen notulen beschikbaar zijn, heb ik de indruk dat de kaarten als volgt liggen. De heer Brokx voegt zich naar de indicatie die de mi nister zelf heeft gegeven ten aanzien van de 30 voor de Haagse Beemden; die 30 voor de Haagse Beemden is dus een hard gegeven. Ik heb tijdens het gesprek voorts de indruk gekregen dat over de binnenstad nog kan worden gepraat. Aan het eind van het gesprek heeft de staatssecretaris er voor gepleit te wachten op de cijfers van het landelijk regionaal woningmarktonderzoekdie richtinggevend kunnen zijn en die in het voorjaar bekend zullen worden Tegen deze achtergrond beschouw ik de 30 die de P.v.d.A. in de motie heeft gezet, niet in zijn totaliteit als een hard gegeven. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Staatssecre taris Brokx heeft in het gesprek onder meer ook gezegd dat een hoger percentage woningwetbouw in de binnenstad zal interfereren met de Haagse Beem den. De staatssecretaris heeft echter erg veel ge zegd dat nogal tegenstrijdig was: ik denk dat we hierover beter verder in de commissie kunnen spre ken Zojuist heb ik een uitspraak van de wethouder over de doorstroming geciteerd. In het vervolg van zijn betoog merkte de wethouder op 17 november 1977 op dat er nog andere factoren zijn waardoor de doorstroming niet slaagt: de sociale gebonden heid aan de wijk en de sociale inpassing in het milieu waarin men jarenlang heeft verkeerd. Die factoren hebben wij ook in onze schriftelijke toe lichting vermeld. Op dat punt zijn de heer Van Dun en ik het dus volkomen eens. De VOORZITTER: Dames en heren. Wij weten nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2219