213 16 FEBRUARI 1978. afvlakken van functies in de binnenstad nog niet zo slecht zou zijn. Ook ten aanzien van de politie- concentratie die zeker bestaat kan deze vi sie in de beschouwingen worden betrokken. Boven dien is reeds eerder in de raad en in de commissie openbare orde gesproken over de decentralisatie van de politie in de stad. Zeker nu de ontwikke ling van de Haagse Beemden aan de orde komt, is dit een onderwerp dat onze aandacht vraagt. Het positieve effect van de aanwezigheid van een wijk agent op de relatie tussen burger en politie speelt daarbij een rol. In dezen kan de uitbreiding naar onze mening zeker nog worden voortgezet. Voor de Gerardus Majellawijk zal weer een wat hogere muur ontstaan dan er nu al is. Mede gezien andere gebouwen, die in de buurt staan, pakt de situering van de uitbreiding van het politie-bu- reau niet zo best uit. Wij vragen ons dan ook af of bij de studie die het college voorstelt te doen verrichten, een verkenning kan worden uitgevoerd ten aanzien van onze decentralisatiegedachte; zo wel op het gebied van diensten als ten aanzien van de wijkagenten zouden dingen kunnen worden gerea liseerd die wellicht een geringere uitbreiding van het politie-bureau in de binnenstad mogelijk maken. Het onderzoek zal naar onze opvatting zicht moeten geven op het kostenaspect, het functioneren van de politie en last but not least de dienstverle ning van het korps. Wethouder VAN DUN: Over de inkadering in het binnenstadsgebeuren zullen we, zoals de heer Crul tot mijn vreugde heeft gezegd, maandagavond spre ken. In de discipline openbare werken hebben wij alleen te werken met programma's van eisen, zodat ik niet op decentralisatie of centralisatie van de politie inga. Voor de zorgvuldigheid wijs ik er slechts op dat we, uitgaande van centralistische gedachten ten aanzien van de politie en van de noodzaak ter plaatse tot uitbreiding te komen, twee jaar geleden bij de binnenstadsbesluitvorming de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 213