18 DECEMBER 1978 2235 willen. Het lijkt mij dan ook zinnig meer bekend heid aan de regeling te geven, opdat ook andere stromingen aan bod kunnen komen. Wethouder BROEDERS: Ik zal proberen de vragen kort te beantwoorden, want dat lijkt mij vanavond het meest effectief. De heer Garritsen moet ik antwoorden niet te weten waaraan het ligt dat de andere stromingen van de regeling geen gebruik maken. In ieder geval heb ben wij, toen de regeling werd getroffen, er alge mene bekendheid aan gegeven: zowel aan elke school als aan elk bestuur in Breda is de regeling bekend gemaakt. Ik stel mij voor om, wanneer de raad met het voorstel instemt, vervolgens na te gaan hoe we nog meer bekendheid aan de regeling kunnen geven Het ligt voor de hand alle schoolbesturen en alle hoofden van scholen te informeren; misschien is er daarnaast nog een mogelijkheid tot bredere informa tieverstrekking. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Schuring kom ik enigszins in moeilijkheden om dat ik niet precies weet hoe het met de vijftien en de tien minuten zit. Ik zou willen voorstellen dat ik dat nakijk en hem nadien in de commissie voor onderwijs een nader antwoord geef. De heer SCHURING: In de voorlaatste alinea van blz1 staat dat per leerkracht vij ftien minuten nodig is ik leg de nadruk op het woord "nodig" terwijl volgens de laatste alinea van dezelfde bladzijde de verhoging op circa tien minuten neer komt. Over het gehele jaar berekend, blijkt het verschil vrij groot te zijn. Wethouder BROEDERS: De moeilijkheid zit in de tekst. Het is al weer een hele tijd geleden dat ik het stuk in het kader van de sectorbeleidsnota en de meerjarenbegroting heb voorbereid. Ik zal het nakijken hoe het precies zit. Zoals het er staat, zou het de verhoging kunnen zijn die tien minuten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2235