18 DECEMBER 1978 2245 Ik ben het met de heer Van Asseldonk eens dat dit een wat moeilijke zaak is; ik geloof echter dat de raad niet anders kan doen dan het voorgestelde besluit nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom stig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten 40. Bijlage nr. 400: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE VERORDENING REGELENDE DE MEDEZEGGENSCHAP VAN DE AMBTENAREN WERKZAAM BIJ DE GEMEENTE BREDA. (W) De heer DE BROUWER: Onze bezwaren tegen dit voorstel zijn drieërlei. In de eerste plaats wordt 40 van de gemeen te-ambtenaren het recht onthouden in de medezeggen schapscommissie te worden gekozen. Wij achten dit in strijd met de eisen van een op democratische leest geschoeid overlegorgaan. Ons tweede bezwaar is het volgende. Als voor zitter van de medezeggenschapscommissie treedt op het hoofd van dienst. Wij achten deze constructie niet juist. Naar onze mening zijn er geen redenen om af te wijken van een overeenkomstige bepaling in de nieuwe Wet op de ondernemingsradenzodat de medezeggenschapscommissie de voorzitter uit haar midden zou moeten benoemen. Een derde bezwaar is dat de vergaderingen van de medezeggenschapscommissie niet openbaar zijn. Ons lijkt dit strijdig met het beginsel van open baarheid. Dat beginsel moet regel zijn en besloten heid uitzondering. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen hebben wij een drietal amendementen geformuleerd. Aange zien echter het benodigde aantal handtekeningen ontbreekt, kan ik die amendementen helaas niet in dienen. Voor de notulen wil ik de door C.D.A. P.v.d.A. en V.V.D. eendrachtig in de kiem gesmoorde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2245