18 DECEMBER 1978 2247 medezeggenschapscommissies en met de commissie voor gemeentelijk overleg in personeelszaken het oorspronkelijke concept is omgewerkt en uitgebouwd tot de nu ter vaststelling voorliggende concept verordening, bevestigt dat Breda het personeel als volwaardig gesprekspartner erkent. De V.V.D.-frac tie heeft grote waardering voor de manier waarop daarmee het ideaal van de mondige ambtenaar in de praktijk is gebracht. Ik meen dan ook dat een woord van dank niet achterwege mag blijven. Daar bij denk ik aan de medewerkers van de afdeling per soneel ter secretarie en aan de heer De Raaff, on der wiens verantwoordelijkheid voor personeelsaan gelegenheden in de vorige zittingsperiode de her ziening van de verordening is voorbereid. De V.V.D.-fractie hecht grote waarde aan de interne democratisering binnen de gemeentelijke organisatie, omdat, zoals ons verkiezingsprogramma het formuleerde, als uitgangspunt voor het gemeen telijk personeelsbeleid behoort te gelden dat aan de ambtenaar zo veel mogelijk ontplooiingskansen en eigen verantwoordelijkheid worden gegeven. De ambtelijke medezeggenschapsvormen zoals de medezeg genschapscommissies moeten daartoe worden gestimu leerd en uitgebouwd, aldus het V.V.D-verkiezings programma. Ik meen te mogen constateren dat met de ze nieuwe verordening een belangrijke bijdrage wordt geleverd tot de ontwikkeling van de medezeg genschap van het gemeentepersoneel De verordening bevat een aantal elementen waardoor de positie van de medezeggenschapscommis sies wordt versterkt, zoals bijvoorbeeld de ruime re omschrijving van de bevoegdheden, de facilitei ten die aan de commissieleden worden verleend, de waarborgen voor de informatieverstrekking en de uitdrukkelijke erkenning van de relatie van de me dezeggenschapscommissies met de andere ambtelijke overlegvormen: het werkoverleg en de commissie voor gemeentelijk overleg in personeelszaken. Het zal echter duidelijk zijn dat de belangrijkste wij ziging ten opzichte van het geldend reglement naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2247