18 DECEMBER 1978
2251
aanvaarding van een aantal wijzigingsvoorstellen;
tenslotte zijn ook zijnadat enkele van hun voor
stellen door de gemeentelijke vertegenwoordiging
waren overgenomen, akkoord gegaan, zij het naar
mijn indruk niet helemaal van harte.
Naar mijn mening is het een verstandige be
slissing geweest het passief kiesrecht bij deze her
ziening van het reglement nog niet ter discussie
te stellen. Dit zou namelijk wellicht tot verzet
van een gesloten vakbondsfront hebben geleid. De
zaak van het kiesrecht, en daardoor van de ontwik
keling van de medezeggenschap, zou daarmee niet
zijn gediend. Juist wegens het belang voor de ge
meente van een goede relatie met de vakorganisaties
hebben wijals bij voorgaande gelegenheden de kies
rechtkwestie in de raad aan de orde kwam, er steeds
van afgezien de raad bij motie een uitspraak ter
zake te vragen. Deze voorzichtige aanpak heeft zo
als nu blijkt resultaat afgeworpen en daarom is
ook nu van de V.V.D.-fractie geen motie te verwach
ten.
Aan het slot van het raadsvoorstel wordt opge
merkt dat deze verordening een nieuwe, maar geen
laatste stap op de weg naar verdere democratisering
van vertegenwoordigend overleg is. Gezien deze pas
sage is het vertrouwen gewettigd dat het college
niet te lang zal aarzelen een voorstel tot wijzi
ging van de medezeggenschapsverordening voor te be
reiden teneinde de verkiesbaarheid uit te breiden
tot de ongeorganiseerden. Ik hoop en verwacht dat
een en ander zijn beslag zal krijgen gedurende de
komende zittingsperiode van de medezeggenschaps
commissies, zodat de voor over vier jaar op het
programma staande verkiezingen kunnen worden gehou
den op de grondslag van het algemeen kiesrecht. De
evaluatie van het functioneren van de medezeggen
schapscommissies die zal plaatsvinden na een jaar
werken met de nieuwe verordening, lijkt mij een
goede gelegenheid om de kwestie van het passief
kiesrecht wederom aan de orde te stellen.
Uit het voorgaande volgt dat ik het een